Op 30 oktober 1998 verscheen een artikel met de titel „Nationaliteit behoort tot identiteit van persoon” in het Nederlands Dagblad.
Ik wil de stelling van E. Heijs graag ondersteunen dat de dubbele nationaliteit niet ontmoedigd moet worden. Ik heb twee nationaliteiten, omdat mijn moeder een Zwitserse is. Wij hebben een beide landen gewoond. Toch hielden wij banden met het andere land aan. Een teken hiervan is dat ik na haast 20 jaar weer naar Nederland ben teruggekomen; ik werk nu in de informatica.
In het buitenland werden wij niet geïnformeerd over belangrijke wetswijzigingen in Nederland. Dit was voor ons uitermate lastig omdat we op een gegeven moment begrepen dat ons het Nederlandse burgerrecht kon worden ontnomen! Maar we wisten niet precies onder welke voorwaarden dat zou gebeuren en wat we konden doen om het burgerrecht te houden. Dit gaf mij toch de indruk dat ik door mijn vaderland in de steek gelaten (of zelfs verraden) werd. Nederland lijkt zijn burgers in het buitenland te ontmoedigen de banden met hun land aan te halen.
Toch zou ik niet zeggen dat ik geheel verzwitserd ben. Ik blijf altijd een beetje Nederlander, en daarom ben ik ook terug gekomen. Ik had het jammer gevonden mijn burgerrecht te verliezen, niet zo zeer omdat ik dan niet meer kon stemmen, maar omdat ik ook emotioneel met dit land verbonden ben en ik hier veel familie heb. Waarschijnlijk ben ik op het nippertje Nederlander gebleven.
Nu ik weer in Nederland woon, zie ik ook verschillen in benadering van de burgers. Zwitserland voert een aktief beleid om Zwitsers die in het buitenland wonen bij Zwitserland betrokken te houden. Ik krijg regelmatig een gratis tijdschrift met o.a. de belangrijkste wetswijzigingen en andere officiële mededelingen. Er zijn fondsen geopend om Zwitsers de terugkeer naar Zwitserland te vergemakkelijken. Een stichting organiseert vakanties voor de Zwitserse jeugd. Dat een Zwitser zijn burgerrecht verliest is eigenlijk onvoorstelbaar. Dit alles geldt eveneens voor mensen met twee nationaliteiten.
Dit verschil zal zijn diepere reden hebben. Misschien dat het Nederlandse burgerrecht meer een ius solis is, een recht van de inwoners: Nederlander wordt, is en blijft in beginsel, wie in Nederland woont. Maar ik vraag me af of Nederland wel geïnteresseerd is de inwoners zo snel mogelijk aan een Nederlands paspoort te verhelpen – dat zou namelijk de consequentie hiervan zijn.
Een voordeel heeft de Zwitserse benadering echter: de kans dat de burgers terugkomen en zich ook weer in de samenleving integreren wordt groter. Ik kan me nu nog steeds voorstellen dat ik na een tijd hier gewerkt te hebben toch weer naar Zwitserland ga – daar krijg ik meer de indruk dat de staat mij verwelkomt.
16 november 1998, David N. Jansen